Geschiedenis van de Trans-Siberische Spoorlijn - 2

Toen de eerste treinen begonnen te rijden, bleek al gauw de kortzichtigheid om de spoorlijnen zo goedkoop mogelijk gebouwd te hebben. Veel materieel bleek ofwel ondermaats, of ongeschikt om aan de verwachte voorwaarden te voldoen. Zo bogen en knikten de rails vanwege de inferieure kwaliteit van het ijzer, en moesten ze al snel worden vervangen. De ballast onder de dwarsliggers was veel dunner dan die van de belangrijke spoorwegen in Europa. Er kon dan ook niet harder dan met 13 mph voor de passagierstreinen en 8 mph voor die voor het vrachtvervoer gereden worden. 

In 1895 werd Prins Khilkov minister van Wegen en Communicatie. Op een inspectiereis realiseerde hij zich, dat er een massale wederopbouw nodig was. Er waren ook extra treinen nodig voor de honderdduizenden emigranten die nu over de Oeral uitzwermden. In 1899 werd 100 miljoen roebel toegewezen voor reparaties, werk dat onnodig was geweest als er vanaf de start voldoende geld beschikbaar zou zijn gesteld. 

In 1901 werd begonnen aan de 260 km lange Circumbaikal Loop. Tot die tijd maakten passagiers gebruik van veerboten, omdat men eerder had besloten dat de aanleg te duur zou zijn. Maar het werd al snel duidelijk, dat de schepen het toegenomen verkeer niet aankonden. De situatie werd ook nog eens kritiek toen in 1904 de Russisch-Japanse oorlog uitbrak. Troepen en machinerieën die naar de Oost werden gezonden, liepen ernstige vertraging op bij het Baikalmeer. De aanleg van dit stuk werd z.s.m. geregeld en aan het eind van 1904 was het mogelijk om helemaal per trein van Calais naar Vladivostok te reizen. 

Na de Russisch-Japanse oorlog besefte de regering, dat Japan mogelijk de controle over Mantsjoerije en daarmee de Oost-Chinese Spoorweg zou krijgen. Aangezien dit de enige spoorweg naar Ruslands marinebasis in Vladivostok was, werd besloten dat de Amur Railway gebouwd moest worden (op Russische grond dus). Toen in 1916 bij Chabarovsk de brug over de Amur gereed was, was de Trans-Siberische Spoorlijn eindelijk compleet.

Vanaf 1891 was er meer dan 1000 miljoen roebel aan de bouw van alle lijnen bij elkaar besteed.